9 DAYS OF CHILLING, BEACHING, MOTORBIKING, DRINKING AND BEING SICK

25 maart 2016


Bali, in mijn ogen een heel toeristisch eiland met nog maar weinig onontdekte plekjes. We gingen van noord naar zuid, met de missie zo veel mogelijk te zien. Zoals Imke-en-haar-nog-steeds-krater-been eens mooi verwoorde: we are backpackers, we want to see a lot, in a very short time. Eindoordeel: een 7 (Java: 8,5!).

Onze reis startte in Pemuteran, maar dit was vooral om bij te komen. We liepen over het strand, aten (en voelden ons na twee bier dronken) en sliepen (opzich een prima leven, ik klaag niet). Dit dorpje bestaat alleen uit één grote straat, resorts, guesthouses en strand. De volgende dag reden we met 10km per uur in een beso (lokale bus) naar Lovina beach. Als je een beso wil nemen hier ga je langs de weg staan en wacht je tot hij komt. Hij komt (als het goed is) één keer in het uur, maar niemand weet precies wanneer. Het is een soort buurtbus, maar dan nog 10 keer erger. Erger dan de buurtbus? Ja, ik vroeg me ook af hoe dat kon, maar hier kan blijkbaar alles.

Next stop: Lovina beach. Dit is een populair strand in het noorden van Bali. We besloten even bij te komen in een resort (zie foto’s om jaloers te worden, als je dat niet wil, vooral niet kijken). Het resort lag half op een berg, dus wij met twee Indonezen op twee scooters met vier tassen naar boven omdat dat de goedkoopste manier was. Deze dag en nacht beleefden we alsof we in de hemel waren en we genoten er intens van. De volgende dag liepen we met onze backpacks naar beneden (vraag me niet waarom, we wilden wat beweging ofzoiets). Veel zweet en water later kwamen we aan bij een hostel Funkyplace genaamd. We dachten hier een hele wilde avond te gaan beleven, maar helaas was niets minder waar. Het super mooie hostel, dat vele plekjes had om te zitten, te chillen en te drinken, was volgeboekt, maar er was geen man te bekennen. Boring. Ook op straat was het heel rustig en niet veel te beleven al is het hier zomers blijkbaar super druk. ’s Middags hebben we wel nog heerlijk op een lokaal strandje gelegen waar alle kinderen uit Lovina spelen na schooltijd. Ook ontdekte we hoe warm het zeewater hier is, niet te vergelijken met de Noordzee of de Middellandse zee.  

Na twee nachten Lovina waren we er wel klaar mee en we vertrokken met de shuttle bus naar Ubud (midden Bali). Dit is een normaal taxi busje met ongeveer 8 zitplekken, die je komt halen bij je hostel en je weer dumpt in het centrum van het stadje waar je heen wilt. Na ongeveer 1 uur en een kwartier te hebben gezocht naar onze laatste passagier konden we eindelijk onze route voortzetten naar Ubud. In Ubud een vet hostel gevonden (méga veel echt echte hippies) waar we kregen te horen dat er geen bedden beschikbaar waren. Wij 10 minuten uithijgen en zweten van onze wandeltocht met onze backpacks (vraag me again niet waarom wij niet gewoon een taxi pakten). Wij balen.... Tot de goeie, goeie man ons aankeek en zei: de baas blijt niet slapen vanavond dus jullie hebben bedden. YES! Lekker rondgelopen in Ubud (mooi stadje), gegeten (nasi) en nog geen 2 uur later alles uitgekotst. Na 4 keer te hebben overgegeven de hiking tour van die nacht toch maar verzet naar de volgende dag. Goed geslapen en lekker wakker geworden, maar na een half flesje water gedronken te hebben hing ik weer boven de pot. Oke, toch maar weer terug naar bed dan. Ondertussen naast een buik met een psychische aandoening ook ontzettende koppijn gekregen. Gelukkig kon Imke op ontdekkingsreis met onze Amerikaanse kamergenoot. Ze zijn met de scooter naar de monkey forest geweest, hebben watervallen gezien en zijn ’s avonds alsnog gaan hiken (zonder mij L). Gelukkig heeft Imke veel van Ubud gezien en ze kan het aanraden. Mooi stukje Bali!!

De volgende dag half beter op naar Kuta. Dit is het Mallorca van Indonesië, het meest drukke en populaire stuk Bali. Het hostel dat we wilden zat vol en dus bedachten we wel een nachtje in een guesthouse te slapen om de volgende dag een nieuw hostel te zoeken. Worst choice ever: gore, kleine, gevangeniskamer met naar riool stinkend douche- en kraanwater waar geen mens te vinden was. Maar oke, we waren moe, ik was niet fit en we wilden gewoon chillen aan het strand. Dus deden we dat. We zagen meteen de eerste dag een mega mooie zonsondergang en werden ook meteen de eerste dag al helemaal gek van hoe toeristen hier benaderd worden.

Ze verkopen je hier alles en dat doen ze het liefst mondeling. Ik vind het echt verschrikkelijk en ik snap ook niet waarom ze het doen, aangezien het bij mij ernstig averechts werkt. Ondertussen hebben we geleerd dat je het minst wordt aangesproken als je zo chagrijnig mogelijk voor je uit kijkt (kijk vooral NIET naar binnen of naar de verkoper). Maar ook al hou je je aan deze voorschriften, je ontkomt niet aan mensen die je kamers, bedden, taxi’s (‘transport???’ HOU GODVERDOMME JE KOP, JE ZIET TOCH DAT IK LOOP), tours, drinken, eten of spullen verkopen. En ze blijven aandringen, heel irritant. We gaan nog een keer zo boos worden op een verkoper, omdat de irritatie-emmer dan is overgelopen, of beter gezegd: uit elkaar is gebarsten. Dit is het meest negatieve wat ik over Bali te zeggen heb, naast dat het gewoon druk (veel verkeer) en toeristisch is. Aan het verkoopgedeelte kun je ook niet echt ontkomen (in Lovina was het bijvoorbeeld ook heel erg en daar waren we helemaal de zak, omdat we ongeveer de enige toeristen op straat waren). ‘You wanna see the dolphins?’ ‘Special price!’ ‘Surfing? Snorkling?’ Het is maar goed dat deze mensen geen Nederlands verstaan, want als ze toch gehoord hadden wat Imke en ik allemaal over ze gezegd hebben. Not so positive.

Uiteindelijk de volgende dag een prachtig hostel gevonden dat iets duurder was, maar dat vonden we het waard. En het had een ZWEMBAD :D. Het hostel ligt in Legian, het dorpje naast Kuta, waar het beduidend minder druk is gelukkig. De volgende drie dagen hebben we gevuld met het op een scooter verkennen van het de strandjes aan de west kust van Bali. Ge-wel-dig. En we hebben het overleefd (waarmee ik bedoel dat we voor Imke niet nog een krater-been hebben gecreëerd. Good for her). We hebben een map van Indonesië gedowload waar we door middel van gps kunnen zien waar we zijn en waar we heen willen (heel handig!) en zo hebben we noordelijk van Legian, maar vooral zuidelijk verschillende mooie stranden gezien. Canggu beach, Jimbaran beach (zooooo rustig en mooi), Uluwatu beach (strand tussen twee rotsen met enorme golven), Padang padang beach (rotsen en laag water) en Labuan Sait beach (heel helder water). Ook al werd het ons steeds weer aangeraden, het was een klein blok om weer op de scooter te stappen na ons ongeluk(je). Achteraf heel blij dat we het toch gedaan hebben, want de scooter is het beste vervoersmiddel om Bali te ontdekken.

Wat me op Bali ook enorm irriteerde is het verkeer. Het is overal mega druk op straat en je ontkomt niet aan de geluiden en de uitlaatgassen (er is ondertussen 3 jaar van ons leven vergaan) van alle auto’s en scooters. Ze zijn overal. De toeter dient hier voor alles. ‘Hé, ik wil er langs (rechts of links, maakt mij niet uit).’ ‘Jo, kijk uit je doppen joh.’ ‘Hé lekkerding.’ ‘Ik ga je NU inhalen.’ ‘Ik ga nu afslaan en ‘t kan me niet schelen of je wacht of niet, maar ik ben eerst.’ Er lijken hier geen regels te zijn en als iemand wil draaien op straat of er moet iemand rechts afslaan, staat het hele verkeer onmiddellijk vast. Er staan hier ook bijna geen borden met plaatsnamen op straat, dus je moet van te voren echt uitzoeken waar je heen wil, of je moet van verdwalen houden. Er worden geen stoplichten gebruikt, alleen wanneer hoogstnoodzakelijk en als een weg eenrichtig is, dan kom je daar pas achter als je er al ingereden bent. Het toppunt was toen Imke en ik gedwongen de sunsetroad richting het zuiden opreden (we wilden deze eigenlijk vermijden). Stel je voor dat je de N65 opdraait (zonder stoplichten) en dat er geen regen gelden: je mag zo hard als je wilt en je mag aan alle kanten inhalen. Daarnaast zijn er 8 keer zo veel scooters dan auto’s. Imagine that and you are in Bali.

Oja, en beeld je drank in. Veel drank. In het kader van twee uur free drinks voor 150.000Rp (ongeveer €10,-) in een mega dikke rooftop bar/club waar alleen maar Westerse mensen zijn en iedereen mega dronken is. Waar iedereen tegen elkaar aan schuurt, niemand bier drinkt (wodka spriiiiite) en je een hooooop lol kunt hebben. De dag erna huilde ik de hele dag van binnen, maar het was het waard. Laten we het erop houden dat we de schrik van het ‘they stole my phone’ incidentje moesten wegdrinken. Net daarvoor waren er nameliijk drie intimiderende Indonesische mannen die ons vertrouwen in de Indonesische samenleving even flink beschadigd hebben. Gelukkig wisten deze twee powervrouwen de telefoon uit hand van de nare Indonees te slaan en konden we vluchten.  

Dus dat was Bali en op een klein ‘they stole my phone’ incidentje en een paar ziektekiemen na was het enorm genieten. Vanochtend zijn we vertrokken naar Gili en we vinden het hier nu al geweldig. Op Gili mogen namelijk GEEN auto’s en scooters rijden!!!! 

2 Reacties

  1. Jolanda:
    26 maart 2016
    Ha die Noor en Imke,
    Wat een prachtig verhaal weer en mooie foto's zeg!!
    Tja, en ze zullen daar voor 2 van die prachtige, blonde Hollandse meiden nog meer hun best doen voor het verkopen van
    wat-dan-ook......!!
    Maar dat het mateloos irriteert geloof ik meteen!!
    Geniet!! Dikke kus Jolanda xxx
  2. Eri:
    29 maart 2016
    Heerlijk lezen en mooie foto's!!
    Zonder brommertjes en auto"s zal Gili wel een 10 worden ; )
    Geniet van het BOUNTY - gevoel!!
    Op welke Gili zijn jullie aan het relaxen?
    Liefs Eri