THE REAL WORK

8 april 2016


Strompelend en met knijterpijnlijke knieën klimmen we het volle busje met Rinjani-klimmers uit. Deze 9 mensen, die elkaar drie dagen geleden ontmoet hebben, delen nu een ervaring. En wat voor een.

Terwijl ik afgelopen vrijdag een stuk in mijn uppie omhoog klim denk ik aan de afgelopen weken en laat ik mijn gedachten vrij. In dit wereldje voel ik de vrijheid die ik heb in dit leven intens. Ik beleef alles hoe het komt en neem de keuzes die ik wil nemen. Ik vraag veel en bewonder de lokale bevolking voor wat ze doen. Ik voel me vereerd dat ik het een en ander over hen te weten ben gekomen. Luisterend naar hun verhalen voel ik de oneerlijkheid die zij niet ervaren, omdat het voor hen ‘gewoon zo is’. Zij hebben niet zo veel keuzes, zij doen wat mogelijk is en hebben toch ambities. Deze korte gesprekken, soms gevoerd in zeer gebrekkig Engels, verrijken me in mijn kennis en gevoelens. De vergelijking die ik steeds maak met mezelf is niet realistisch. We komen uit zo’n verschillende werelden. Een ander, groot deel van de bevolking is het tegenovergestelde van de mensen die ik heb gesproken. Zij hebben geen ambitie, vervuilen het land, geven weinig om de natuur, willen hun land niet verbeteren, houden niet van innovatie en doen de gehele dag niets nuttigs. En natuurlijk spreken deze mensen ook geen Engels, wat maakt dat je ook niet echt iets over ze te weten kan komen. Dit meemakend heb ik mezelf al meerdere malen afgevraagd wie in deze wereld toch bepaalt waar je wordt geboren, wie je bent en wat je kunt bereiken.

Het feit dat het merendeel van deze mensen toch positief en vol enthousiasme in het leven staat draagt bij aan mijn geniet-factor van deze reis. De reis die ons na 9 dagen Bali op Gili Trawangan brengt, waar we genieten van de rust, de witte stranden, de blauwe zee en de vele verschillende visjes (en schildpadden!) gespot met onze snorkels. De standkant van Gili T is mooi, modern en vol gebouwd met hippe tentjes, barretjes en restaurants. Daarnaast zijn er ontzettend veel slaapmogelijkheden, van resorts tot guesthouses tot hostels. Het binnenland, waar ik mijn eerste rondje hardloop (tering dat was zwaar), is een bende. Er ligt overal afval, omdat de locals geen zin/tijd/geld(?) hebben om het op te ruimen. Frustrerend om te zien, maar ook de werkelijkheid. Na drie dagen in een fantastisch hostel te hebben geslapen verhuizen we onszelf naar Gili Air, om de verschillen tussen de eilanden te ontdekken. Gili Air is rustiger, mooier, schoner en het feestgehalte is hier beduidend minder. Hier ontmoeten Imke en ik Miguel en zijn mooie (maar bovenal leuke) vriendin Jori en we beleven een relaxe avond op het stand met bintang, de (meest mooie) zonsondergang (tot nu toe) en fijne gesprekken (thanks guys).

De volgende ochtend kijken Im en ik elkaar aan en weten we dat we weg moeten. We zoeken uit hoe het werkt met de boten en nog geen half uur later zitten we in een verschrikkelijk schommelende lokale boot die ons naar Lombok gaat proberen te transporteren. Met geknepen billetjes (Imke vond het vooral heeeel fijn) komen we uiteindelijk aan op Lombok. En weer zonder plan. Dus wat doen Imke en Noor dan: ze negeren al het aanbod voor transport en tours, zoeken een tent met wifi en gaan op onderzoek uit. We besluiten naar Kuta (zuid Lombok) te gaan voor 3 dagen en daarna de Rinjani trekking tour te doen. Deze trekking, bij ons al bekend in NL, is seizoensgebonden en het park opent 1 april. Perfect dus, wij doen de tour van 1 t/m 3 april. We weten dat dit zwaar gaat worden en dus doen we de drie dagen in Kuta rustig aan. We huren een scooter waarmee we een poging doen naar de watervallen in het noorden te crossen, maar raken lichtelijk verdwaald. Na een paar keer vragen stappen we een ‘Kantor’ binnen, waar 6 mannen (allemaal rokend) en 2 vrouwen binnen zitten te.. uh.. niksen. De mannen zoeken op de map op mijn telefoon waar we heen moeten, terwijl de vrouwen giechelend naar ons kijken. Apart, maar oke, we weten het en gaan door. Onderweg zwaaien alle kinderen en vrouwen naar ons. Zouden ze serieus nog nooit een blanke hebben gezien? Op plaats van bestemming betalen we voor 3 watervallen (wat er uiteindelijk 5 worden) en neemt een gids ons mee de boeschboesch in. Bij de eerste en laatste waterval zijn een paar groepjes bezoekers (die natuurlijk met ons op de foto willen, jaaaaaaaaaaaa blanken!!!!), maar bij de andere 3 is niemand te bekennen. Fantastisch. Onze gids is een lief manneke van 25 (8 jaar getrouwd en een kind van 6 jaar) die onze tas draagt, onze vragen zo goed mogelijk beantwoordt en daarnaast de taak als persoonlijke fotograaf errug serieus neemt. In kuta eten we verder drie keer bij hetzelfde tentje (oeps), genieten we van vers gebakken brood en een stuk taart, koop ik nieuwe slippers (welke idioot nam GVD mijn slippers mee in het la boheme hostel!? Melden please), rijden we langs verschillende strandjes en drinken we cocktails en bintang op een hele coole surfers plek.

En toen was het 31 april 2016 07.00. De tijd eindelijk aangebroken. We mogen onze fysieke kunsten weer gaan showen. Eerst helaas twee keer 2,5 uur in een busje om op de plaats van bestemming te komen: Senaru (noord Lombok). Vanaf hier gaan we morgen na het ontbijt beginnen met klimmen. We slapen in een behoorlijk goor guesthouse waar alleen het hoognodige aanwezig is (een wastafel niet bijvoorbeeld, waarvoor zou je die nodig hebben?), maar niets kan de pret drukken. De volgende dag begint het dan, we klimmen twee keer iets meer dan een uur door de jungle en komen dan al aan bij onze lunchstop. Gedachte 1: Nou, als het zo blijft zijn we binnen 5 uur boven. Fout. Natuurlijk bijft het niet zo. De eerste 1,5 uur na de lunch is ook goed te doen, maar dan wordt het zwaar. Imke is voor me, heel ver voor mijn gevoel, maar ik kan gewoon echt niet zo hard. Gedachte 2: Ik ga het niet halen. Weer fout. Natuurlijk ga ik het halen. Ik besluit het op mijn eigen tempo te doen en te rusten wanneer nodig. Mijn lichaam heeft het eigenlijk niet eens zo zwaar, het is mijn mentale gesteldheid die me in de weg zit. Het ‘rustig aan doen’ werkt en rond een uur of 3 komen we Imke en Jason (de gay met hoogtevrees) boven tegen (ze waren verkeerd gelopen). We lopen met zijn zessen naar het uitkijkpunt (gedachte 3: Waar is het uitzicht?) en leggen een wedje over hoe lang het de andere 4 gaat kosten om boven te komen. Gedachte 4: Godverdomme wat is het hier koud. Ik trek al mijn warme kleren aan, we genieten toch nog van het uitzicht op het meer (gelukkig maar) en rond 16.00 komen de anderen boven. Zodra de porters (5 hele hele hele gekke Indonesische mannetjes die 3 dagen voor 9 mensen tenten, matjes, slaapzakken en eten met zich meedragen op stokken: zie foto’s) boven komen zetten we ons tentenkamp op en installeren we ons. De gids en de porters maken eten en zodra de zon onder is (19.30) gaan we allemaal naar bed.

Gedachte 5: Waarom word ik elk half uur wakker? Waarom moet ik steeds naar de wc? Waarom liggen die honden zo hard te janken? Waarom slaapt Imke wel heel de tijd? (Dit was niet het geval, maar ik dacht het wel.) Waarom voelt het alsof ik op de grond lig? Ik moet hier nog een nacht op slapen, hoe ga ik dat overleven? Waarom doe ik dit?

Dag 2. Na de zonsopgang te hebben gezien, krijgen we een lekker ontbijtje en ruimen we onze spullen op. Vandaag dalen we af naar het meer, kunnen we chillen in de hotsprings en zullen we uiteindelijk weer omhoog lopen naar de andere kant van de krater, waar we een nieuw kamp op zullen bouwen. Gedachte 6: Fack, moeten we HIER naar beneden? De gids gaat voorop, niks aan de hand, gewoon volgen. Het gaat goed. Je moet voorzichtig zijn, maar dan gaat het goed. De mooiste uitzichten komen op dit pad, als we over het hele meer uit kunnen kijken! Dan komt het moment dat we ons omdraaien en de porters naar beneden zien komen. Allemaal met een stok met spullen op hun schouders, op slippers of blote voeten, de daling maken waar ik zonet met twee handen stijf tegen de rotsen naar beneden schuifelde (zie foto’s). Gedachte 7: Wat een gekken. Beneden is het heerlijk. De hotsprings, die iets achter het meer liggen, zijn ultiem voor ontspanning. Na een uurtje gaan we lunchen en dan wordt ons bevolen naar boven te klimmen, omdat het druk is op de Rinjani en onze gids (De (dat is zijn naam)) een goed plekje voor het kamp wil. De klim die volgt gaat niet in de boeken als de meest zware, maar wel de meest gekke en gevaarlijke (en vetste!!) van de tour. Ik ben met Jason (de gay met hoogtevrees dus) en ik doe mijn best om hem te steunen. We zijn een goed team, want omdat hij het zwaar heeft met de afgronden en de stijle stukken omhoog en daarom steeds eventjes stopt om tot zichzelf te komen, kan ik bijkomen van het fysiek zware werk. Gedachte 8: Waarom is Imke steeds voor mij? Ik wil het ook niet zwaar hebben, geef mij Imke’s benen please! NU! Desalniettemin komen we ‘gewoon’ boven, Jason leeft nog en ik ga helemaal prima (door het fijne tempo). We wachten op de gids en ‘the girls’ (twee Engelse meiden die echt niks aankunnen) en zetten ons kamp op. Dit keer gaan we meteen na het eten slapen, omdat we vannacht om 02.00 worden gewekt om naar het topje van de Rinjani te klimmen. Ik heb er zin in, ook al weet ik dat het ontieglijk zwaar gaat worden.

Gedachte 9: Serieus??? NU AL? Ik wil nog slapen, ik wil niet klimmen, ik wil nieeeeeeet. Oke, eruit. Met 4 crackertjes en een kopje thee in onze maag (gedachte 10: Oke, hier ga ik het niet op redden) beginnen we aan de klim. Het eerste stuk is zwaar, maar te doen. Veel los zand, maar we werken er ons goed doorheen. Het tweede stuk is wat vlakker, dat maakt het makkelijker, maar toch vinden mijn benen en ademhaling dit ook niet super leuk. Gedachte 10: Iedereen behalve ‘the girls’ is voor me, maar als ik op dit tempo doorloop, dan kom ik veel te vroeg boven, waardoor ik nog een uur op de zon moet wachten. Ik ga langzamer. Fout. Wéér fout. Want het stuk wat hierna komt is zo, zo, zo KUT dat het voor mijn gevoel wel 5 uur gaat kosten. Het laatste stuk, en natuurlijk was er voor gewaarschuwd, bestaat namelijk alleen maar uit zand en steentjes. 3 stappen omhoog zetten, betekende dat je weer 2 stappen naar beneden zakt. Gedachte 11: Ik stop ermee. Als het zo moet, dan laat maar. Dan zie ik die top maar niet. Ik ben er klaar mee. Kut berg. Ik stopt niet, ik sta op en ga door. Ik kom Imke tegen en ga achter haar lopen, in haar voetstappen. En dat werkt. Imke, de hulk, heeft me dit laatste stuk (door verschrikkelijke kou) naar boven geholpen, ondanks dat ze niks heeft gezegd of gedaan. Bedankt Im. Gedachte 12: Volgens mij zijn we er. Zijn we er echt? WE ZIJN ER!! Dat moet gevierd worden: met koekjes, een slaapzak (want het is tyfus koud hier) en de opkomende zon. Zodra de zon op is en de foto’s zijn gemaakt lopen we naar beneden, want echt gezond is deze kou niet voor je lichaam. De afdeling geeft de meest prachtige plaatjes en we genieten intens. Het laatste stuk is minder leuk, omdat we verdwaald raken en steeds wegglijden (en dus vallen), omdat er veel losse steentjes liggen die je niet kan vermijden. Terug bij het kamp eet ik de meest lekkere bananenpannekoek ooit en pakken we onze spullen. Gedachte 13: Ik wil dat een auto mij nu komt halen. Ik wil niet nog 5 uur naar beneden lopen. Ik. Wil. Niet. Oke, we gaan. Mijn knieën gaan stuk. Het eerste, hele stijle stuk naar beneden daal ik traag. Ik vertrouw mijn lichaam niet meer. Op het moment dat ik ook maar een beetje over wat steentjes glijd, lig ik op de grond, omdat mijn knieën mijn lichaam niet meer op kunnen vangen. Ik val een keer of 4 en besluit dan zo rustig te doen als nodig. De anderen gaan me ver vooruit, maar het maakt me niet uit. Naar beneden moeten we toch. Achteraf gezien viel het allemaal wel mee, en zeker toen het stijle stuk voorbij was en ik een advil had gekregen van een trekgenootje (ha-ha) was het meer de moeheid die het zwaar maakte dan het fysieke deel. De laatste 1,5 uur is een daling door heuvelachtig gebied, wat gelukkig heel goed te doen is. We komen allen veilig beneden aan.

Imke, de hulk, heeft het al die tijd zo knap gedaan. Wauw, wat een strijdster. Ik had het gevoel dat ze het geen moment zwaar had, wat natuurlijk niet waar is, maar ze klaagde niet. Oke, op het laatst een beetje misschien. ‘Hoe laaaaaang nog?!!?!?!’ ‘Zijn we nou nog niet beneden???’ ‘Ik heb geen zin meer.’

Gedachte 14: Ik wil eten, een douche, een bed en ik wil er geen moeite voor hoeven doen.

3 Reacties

  1. Cees liket:
    8 april 2016
    Schitterend Noor om te lezen wat jullie meemaken.
    Wat een fijne manier van schrijven, leest in één keer weg.
    Veel plezier
  2. Eri:
    12 april 2016
    Pet af voor jou!!
  3. Jolanda:
    13 april 2016
    Wat een tocht zeg.....doodeng!! Zaten jullie op de top echt boven de wolken....het lijkt wel een foto genomen vanuit het vliegtuig!! Prachtig!!
    Geniet nog lekker saampjes en tot het volgend avontuur....❣